AQUATREAT

Bouwen met de afbraak in het achterhoofd

Lees het verhaal

Hoe industriebouw ook passief kan zijn

Aquatreat is een producent in chemicaliën voor waterbehandeling. Dankzij hen blijven industriële installaties gespaard van corrosie en andere scheikundige kwalen. Door aanhoudende groei had Aquatreat nood aan een grotere stek. Tegen het bestaande gebouw kwam een passief complex dat tot in het kleinste detail in het teken staat van duurzaamheid. “Een gebouw is passief wanneer het na ingebruikname geen CO2 meer uitstoot”, zegt Gert Janssen die het ambitieuze project leidde als Directeur Engineering en Ontwikkeling bij Mathieu Gijbels. “Een passief industriegebouw is speciaal, maar niet langer uniek. Toch was dit project een buitenbeentje.”

Voordenken voor gevorderden

Een gemiddeld industriegebouw heeft gedurende zijn ingebruikname al snel een CO2-uitstoot van meer dan 1.000 ton. “Aquatreat wou dat de nieuwbouw gedurende zijn volledige levensloop slechts 500 ton CO2 mocht bevatten. Dat omvat de ontginning van de materialen, het transport naar de werf, de bouw op zich, het dagelijkse gebruik en zélfs de uiteindelijke afbraak van het gebouw.” Er is nog geen paal in de grond geklopt of men heeft de afbraak al in het achterhoofd. Niet elk gebouw geniet immers dezelfde levensduur als de piramide van Cheops.

Toch vertelt Gert dit alles alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Van Voordenken gesproken. “We hebben wel wat stunt- en vliegwerk moeten doen om binnen die norm van 500 ton te blijven”, geeft hij toe. “Zo is de nieuwbouw volledig opgebouwd uit hout, wat een lagere CO2-afdruk heeft dan staal of beton.” Bovendien is hout makkelijker te hergebruiken, mocht het pand vroeg of laat worden afgebroken. “Ook de liftschacht is van hout. Larix, ook wel lork genoemd. Een soort conifeer. Sterk materiaal waar je mooie dingen mee kan doen. Zowel de liftfabrikant als ikzelf hadden nog nooit een houten liftschacht gezien. Toch heb ik de leverancier kunnen overtuigen van de draagkracht en stabiliteit ervan.”

Volledig autonoom

Er waren wel meer uitdagingen tijdens dit project. Zo is een passief gebouw per definitie luchtdicht. “Dit vergde vanaf de opstart een intensieve samenwerking met OVG Architecten om ongecontroleerde luchtstromen uit te schakelen. Anders verlies je enorme hoeveelheden warmte via de wanden en ventilatie.” In een later stadium werd ook nauw samengewerkt met het ingenieursbureau dat zorgde voor de technische installaties. Naast de zonnepanelen op het dak bevindt er zich diep onder de grond ook een energiebron. “Daar wekt een geothermische warmtepomp energie op door warmte uit te wisselen met de bodem via verticale boringen van wel 100 tot 150 meter diep.”

In de kelder wil Gert nog even stilstaan bij een ingenieuze installatie van watertanks. “Deze machine valt niet te vergelijken met de watertank die jij en ik hebben staan. Hier gaat het om ettelijke tienduizenden liters water. Dat is een enorme buffer waar je warmte en koude kan opslaan en recupereren.” Gert lijkt nog steeds onder de indruk. “Om een gebouw volledig te kunnen loskoppelen van het energienet, zijn 3 zaken essentieel. Eerst moet je ervoor zorgen dat je gebouw een erg lage energiebehoefte heeft. Vervolgens moet je de energie die je nog nodig hebt ter plaatse kunnen opwekken. Ten slotte moet je deze ook kunnen opslaan. Daar zijn we samen met de architect en de bouwheer in geslaagd.”

Gebouw met een missie

Voor Aquatreat is dit gebouw meer dan een ecologisch project. Het stelt hen in staat de productontwikkeling naar een hoger niveau te tillen en efficiënter te werken. Gert stond erg dicht bij de letterlijke uitbouw van de missie van het bedrijf. “Ik vind het knap wat ze doen. Voor hen was dit een serieuze meerkost. Toch ben ik ervan overtuigd dat zij er op langere termijn de vruchten van zullen plukken.” En de afbraak? “Laat ons daar nog even mee wachten”, lacht hij.